Eerste Graaf van Loonstraat 6a – 5921 JC – BLERICK

Geboorte datum 07-11-1919
Datum overlijden 20-09-2014

Op 7 november 1919 werd in het gezin Hendricks een dochter geboren.
En zoals in iedere gelovige familie werd het kind gedoopt en ontving het de naam Lies, Elisabeth Catharina. Ze groeide op met 5 broers en 2 zussen. Alle kinderen kregen veel natuurlijke talenten mee voor hun verdere levensweg. Lies en later Zr. Stellamaris hield bijzonder veel van haar moeder. Deze mocht gelukkig ook een hoge leeftijd bereiken. Trouwens de belangstelling en de hartelijke bezorgdheid was groot bij alle familieleden en heel bijzonder bij haar broer Hans. Het was een band die hen wederkerig verbond. Dit uitte zich op velerlei wijzen.

Opgroeiend begon in Lies het verlangen te groeien om zuster te worden. Als kind leerde ze op school de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid al kennen en nadat ze in Heythuizen de Huishoudschool doorlopen had trok ze de stoute schoenen aan om met haar verlangen naar Steyl te gaan. Daar waren ze natuurlijk blij met haar vraag en zo trad ze op 8 september 1941 op 22 jarige leeftijd in. Een nieuwe weg, een nieuw leven, lag voor haar. Samen met een aantal anderen begon ze op moedige wijze, ondanks de oorlogstijd, aan het postulaat en daarna het noviciaat. Tijdens het noviciaat maakte ze vlak voor haar professie nog een korte evacuatie mee naar Arnhem. Gelukkig kon ze tijdig terugkomen voor de voorbereiding op de professie. Deze vond plaats op 30 maart 1944. Zij gaf haar volmondig ja- woord in vertrouwen dat de Voorzienige God met haar mee trok. Zo kon ze vervuld van vreugde haar weg vervolgen .

Na haar professie werd ze te werk gesteld in Maria Roepaan te Ottersum, om voor de kostlui te zorgen. Maar omdat de onrust van de oorlog nog steeds voortduurde moest men wederom haard en huis verlaten en evacueren naar Zenderen. Ruim 5 maanden vond men daar onderdak en in mei 1945 keerde men terug naar Ottersum, waar men met de opruimingswerkzaamheden begon. Iedereen wist in die tijd aan te pakken en overal zag men uit naar hulp. Zo was er ook in Venray in het St. Jozefklooster veel vernietigd. Zr. Stellamaris werd gevraagd daar spoedig naartoe te gaan. Ze hielp mee, in de keuken en later vooral in het internaat. Er volgde nog heel wat andere plaatsen met internaten, zoals Apeldoorn, Steyl en Lierop waar ze liefdevol bijstand verleende aan de internen.Men maakte overal gebruik van haar rijke levenservaring en zelf ontving ze er telkens weer nieuw inzicht en kennis bij.

In 1963 was het nieuwe ziekenhuis in Tegelen klaar. Doordat Zr. Stellamaris ondertussen een vrouw was met een groot organisatietalent zou ze hier wel goed van pas komen. Ze kreeg de benoeming tot huisoverste voor een communiteit van ± 70 zusters en werd tevens verantwoordelijk voor de huishoudelijke diensten van het ziekenhuis. Als alle bewoonsters en bewoners van die tijd hier aan het woord zouden komen dan zouden we nog wel enkele uren nodig hebben om de verhalen te beluisteren. Evenzo geldt het hetzelfde voor de volgende fasen van haar leven, toen ze overste in Blerick en later in Venray werd. Steeds weer de zorg voor grote huizen en veel zusters.

Ook voor haar brak het ouder worden aan. In deze tijd kwam ze vaak zaken tegen, waarin ze vroeger anderen geholpen zou hebben maar nu… Ze zei dan: “Het is toch makkelijker anderen te helpen dan het zelf te moeten ondergaan,” Maar kordaat als ze was gaf ze zelf wel aan dat de tijd gekomen was om te verhuizen. Eerst van Venlo naar Blerick en toen van Blerick naar Boxmeer. Ze vond daarbij een grote steun in het samen kunnen gaan met zr. Hubertini. Hun jarenlange vriendschap was een weldaad. Ze genoten samen volop van de humor en van de innerlijke draagkracht waaruit ze leefden. De laatste jaren werd ook bij Zr. Stellamaris steeds meer zichtbaar dat het ouderwordingsproces met rasse schreden toenam. Het niet meer vlot ter been zijn en het afnemen van haar gezichtsvermogen eisten hun tol. Op een gegeven moment nam bij dit alles de innerlijke onrust sterk toe. Zit maar eens dag in dag uit met de situatie dat je praktisch niet meer ziet en niet meer zelfstandig in staat bent om iets te doen. Soms werd ze door enorme angst overmand. Gelukkig bleef men in het verzorgingshuis St. Anna zoeken naar de beste oplossingen, die voor haar welzijnsbevorderend zou kunnen zijn en deze werden na enige tijd gevonden door verplaatsing naar de verpleegafdeling.