Eerste Graaf van Loonstraat 6a – 5921 JC – BLERICK

In de nacht van 9 op 10 mei 1940 werden we tegen half 12 opgeschrikt door een geweldig schot. En even na 12 weer een enorme slag, dat het huis ervan dreunde. Wat was er toch gaande? Zouden de Duitsers ons land binnenvallen?

Alle zusters werden gewaarschuwd dadelijk naar de kapel te gaan. Na de Heilige Mis werd de Godslamp uitgedoofd en de kapel maakte een troosteloze indruk.

Onder de Heilige Mis waren al enkele soldaten aan de poort geweest om te vragen naar de Maasweg. Nu werd alles wat niet tegen vuur bestand was in het souterrain en de kelders gebracht, want heus, de Duitsers waren ons land binnengevallen.
Ontelbare vliegmachines met een geweldig geronk kwamen op ons arme landje aan. Aan de overkant van de Maas begon leven te komen. Aan de Maaskant mocht dan ook niemand meer komen, daar er voortdurend van weerszijden geschoten werd. De Nederlanders verdedigden zich moedig, maar de Duitsers hadden bootjes en probeerden onder een regen van kogels daarmee over te komen. Tegen half 12 was de tegenstand van de Hollanders gebroken want de overmacht was te groot.
Tegen 3 uur kregen we reeds bezoek van 2 hoge militairen, die onze Theresiaschool met bewaarschool in bezit wilden nemen voor de troepen. Ze moesten slaapplaatsen hebben voor 80 soldaten maar ze kwamen later met 104 personen.
Nu de zorg, wat te doen bij dreigend luchtgevaar. Joseph Flos, onze trouwe schilder, bood zich aan om ’s nachts op het platte dak te waken waarvoor we hem nooit dankbaar genoeg konden zijn.
Toen begon de misère van de ‘verduistering’ en dat voor een huis als ons klooster! Voor de grote ramen van de kapel had moeder overste een pracht oplossing gevonden; de conferentiezaal kreeg zijn eerste bestemming terug en werd als kapel ingericht, daar kon ook beter in de winter gestookt worden.

1941

Het nieuwe jaar bracht ons al spoedig een nachtelijke verrassing. Luchtalarm van alle kanten en overhaaste vlucht naar de schuilkelder.
Een gevolg van de inkwartiering was, dat we onze meisjes naar huis moesten sturen. Zodra de soldaten er waren, vroegen ze wat die meisjes hier deden want dan konden ze wel het huis schoonhouden. Dat ontbrak er nog aan en daarom besloot moeder overste ze direct naar huis te sturen. Met de soldaten hadden de zusters niets te doen, we zagen ze haast niet en als een toevallig iemand een zuster ergens zag en haar iets vroeg, was het antwoord; “Ik niet verstaan”
Het herenhuis kwam al snel vol met gewonden. Een andere keer kwamen ze vragen om wijn. De poortzuster lachte hartelijk; “wijn? Als de zusters dorst hebben, drinken ze water”.
Palmzondag, nadat er 7 weken verstreken waren vertrokken de gasten.

In de eerste retraite van augustus werden we ’s nachts opgeschrikt door luchtalarm, die allen naar de schuilkelder deed vluchten. Duidelijk konden we het dreunen horen van de afgeworpen bommen. Aan de kant van Tegelen was de hemel rood gekleurd. Vuur! En angstig vroegen we ons af wat er gebeurd was. Een fabriek en 6 huizen waren getroffen, 21 gewonden zochten hulp in het ziekenhuis.
Op 16 september vond onze knecht zelfs nog een brandbom tussen de groenten.
Nu naderde 3 november, de dag dat het honderdjarig bestaan van de congregatie gevierd werd. Weken van te voren werd gewerkt, om alles zo plechtig mogelijk te maken. Het werd voor ons een onvergetelijke dag , die in onze harten bleef natrillen. Hoewel we met het oog op de oorlog geen grote bekendheid aan het feest hadden gegeven, ontvingen we tal van bloemstukken, 100 telegrammen en talrijke brieven.

1942

De internen uit Blerick vonden op woensdag 17 maart in Steyl een nieuw onderkomen. Voor de kwekelingen was het spoedig opgelost, die konden hier in het Juvenaat de klassen inrichten, eetzaal en slaapgelegenheid was er ook.
Op 23 juli weer een luchtalarm, de vliegers waren direct boven ons huis en in de nabijheid vielen bommen. Het was een gevaarlijke nacht, zodat Joseph Flos de volgende morgen verklaarde dat hij zo de nacht niet meer aandurfde, zonder verdere voorzorgsmaatregelingen. Op zijn initiatief werd de zolder boven de naaikamer van alle brandbaar materiaal ontruimd.
Door de geweldige luchtdruk die ontstond hadden we grote materiële schade; +/- 250 ruiten waren stuk, ramen en deuren uit hun hengsels en heel wat muren gescheurd.
De gebouwen werden bezet door 500 soldaten en het nieuwe schooljaar was weer begonnen in Steyl met 65 kwekelingen. Gedurende de zomer was er vooral in juli vaak nachtelijk luchtalarm.
Op de vooravond van Kerstmis mochten we ook eens iets anders meemaken. ’s Morgens tegen 8 uur waren we op onze kapel getuige van een heerlijke zeldzame plechtigheid, als het ware een kerstgeschenk voor het kerstkindje; Plechtig doopsel en H Communie voor een 10 jarig meisje Jopie Dekkers, door Zr. Angelique voorbereid. Zo vierden we ook dankbaar het Hoog Heilig Kerstfeest, al werden we in de kerstweek vaak weer verontrust door luchtalarm; aan de vlucht naar de kelder waren we reeds gewend.

1943

Al had dit jaar ons menige zorgen gebaard, Gods Vaderlijke Voorzienigheid heeft ons steeds beschermd en door alle gevaren heen geleid. Voor alles danken we God

1944

Op 23 februari kreeg het ziekenhuis in Tegelen bericht van de Duitse weermacht dat het huis ontruimd moest worden. Alles moest blijven zoals het was. Niets mocht meegenomen worden. Wat een slag! Waar moesten de zieken blijven? Er werd besloten het patronaat in de Spoorstraat als noodziekenhuis in te richten.

Ofschoon allen onder de indruk en invloed van de huidige tijd leefden, werd toch het zilveren feest van Zuster Briga blij gevierd. Voor 1 dag werd alle leed vergeten om te jubelen.
De oorlog vroeg steeds meer offers. Zo moesten op 19 juni de zusters Dominicanessen van Mariënthal (Mariadal) in het Ven hun klooster ontruimen. De arme zusters, waaronder veel bejaarden werden ondergebracht bij de Blauwe Zusters in Steyl. Na veel heen en weer praten met de Obercommandant werd hun uiteindelijk toegestaan zich bij ons te vestigen.
Later moest weer worden overgegaan tot een algemene verhuizing – alles verhuisde naar de kelders.
De toestand werd steeds kritieker. Op 4 september werden zoveel mogelijk kinderen naar huis gestuurd. Een groep van 10 Duitsers nam de telefoon in beslag. Later kwamen nog 2 groepen van 7 soldaten om huisvesting en eisten de groentekamer. In Steyl, in het missiehuis kwamen 900 kinderen van 13-14-15 jaar, de beruchte Hitlerjugend. Verder nog 300 kinderen bij de Blauwe Zusters en 600 in de school van het St. Annaklooster in Tegelen, om graafwerk te verrichtten, maar in werkelijkheid richtten ze veel schade en verwoesting aan. Ook hier in Steyl in de bosjes werden kuilen gegraven en versperringen van prikkeldraad aangelegd. Zusters van Genk kwamen hier en namen een aantal kinderen mee, die nog in Blerick waren. Langzaamaan kwam gebrek aan steenkolen en water. Op de kastanjelaan stond een waterwagen, die door de jongens werd getrokken. Het paard hadden de Duitsers ook opgeëist. Alle zusters die nog maar enigszins konden helpen, gaven emmers door van hand tot hand.
In Steyl waren nu nog 90 zusters in de grote refter. Tegenover ons huis aan de Maas stond het afweergeschut, wat ons van tijd tot tijd heftig deed schrikken. Op 4 en 5 november was het grote bombardement van Venlo en Blerick. Venlo was één vlammenzee. De hele middenstad was zwaar getroffen. In Venlo werden alle kloosters verwoest. 6 november kwamen 5 zusters van Liefde met 12 bejaarden vanuit Venlo vragen om onderdak. De Engelsen zaten tussen Baarlo en Kessel (granatenwinter). Granaten vlogen over ons huis en kwamen steeds dichterbij. Vanaf dat moment woonden we de hele tijd in de kelder. Alle gangen lagen vol met matrassen en beddengoed. Op 18 oktober moest de buitenschool ontruimd worden. Er zouden 200 soldaten in komen.
Op 19 oktober kwamen 20 zusters vanuit Blerick naar Steyl met de kinderen mee die nog in Blerick waren.
Er werden aan de overkant van de Maas voortdurend zware kanonnen afgeschoten. Het hele huis dreunde en daverde. Dan klonk op 23 november…. Baarlo is vrij… en kregen we om 5 uur een bericht; dat heel Steyl moest evacueren naar Kaldenkerken. De kloosters mochten blijven als ze zieken en oude van dagen opnamen. Zo kregen we een rode kruisvlag op het dak… Op 25 november moest Steyl leeg zijn, maar de meeste mensen gingen niet weg en een processie van ouden van dagen en vrouwen met kinderen kwam ondertussen het klooster binnen voor onderdak en iedereen werd opgenomen.
Op 27 november werd er een razzia gehouden in Tegelen, meer dan 400 mensen werden meegenomen waaronder 20 fraters. Bij ons in huis waren nu +/- 430 mensen.
Een vreselijk leven met bommen en granaten. Niemand mocht buitenkomen, elk uur een ander bevel, we begroeven een vrouw in een kaarsenkist tussen de serre en het Joseph kapelletje.
Op 9 december kwamen weer nieuwe zieken binnen. Later werd de grote schoorsteen op het platte dak door de soldaten afgebroken, want die belemmerde het uitzicht.

Op 18 december viel er een lichte fosforbom bij het herenhuis, maar gelukkig weinig schade. Een Duitse arts kwam in de kelder om het aantal zieken te controleren.

23 december; de soldaten vertrokken uit de grot, waar ze een volledige woonkamer en slaapvertrek hadden ingericht van de inventaris van de Steylse mensen, die ze uit hun huis habben gejaagd.
‘s Nachts was er een granaat ontploft achter de keuken en een voltreffer op de wasserij, er was veel schade, machines beschadigd, emmers en houten kuipen lagen in duigen.
1945

Op 8 januari werd ons beste varken gestolen. Een fosforbom viel op de schuur, waar springstoffen lagen en blussen onmogelijk werd. Alles was verbrand o.a. de karren en 1000 kg. Graan. Gelukkig lagen de daken vol sneeuw en was het gevaar voor uitbreiding niet zo groot.

11 januari; de hele dag werd er geschoten en op 12 januari kregen we uitstel van evacuatie voor 4 weken wegens het slechte weer, bij aflossing werden Tommy’s in de Duitse stellingen beschoten, twee doden en enkele gewonden….in de nacht legden de Duitsers mijnen langs de Maas. Een soldaat moest er 250 leggen maar bij de eerste 10 werd hij zelf al dodelijk getroffen. 3 Duitsers drongen het lokaal binnen waar de jongens lagen te slapen: “Licht…. Oder Ich schieße… Joseph maakte licht en weg was hij, de anderen doken onder de dekens, De Duitsers vertrouwden de zaak niet en vroegen naar hun kameraden, Moeder Antoine bracht hen tot aan de deur, ging terug en sloot zorgvuldig elke deur achter zich. Ze vroegen steeds; “Sind hier Tommy’s” waarop Moeder Antoine antwoordde “nee, hier zijn geen Tommy’s”. Verder hadden we niets meer van hen gehoord.

Op 2 februari werd bekend gemaakt dat in Tegelen en Steyl de evacuatie moest beginnen …. Om half 5 kwamen de Grünen met 2 karren, alle mensen moesten mee naar Kaldenkerken, ze vluchtten door de zijdeuren, slechts 3 gezinnen werden meegenomen, de Grünen boos natuurlijk…. De politie dreigde met huiszoeking in de volgende nacht….
Grote veranderingen in huis; we moesten 150 t.b. patiënten opnemen, zusters mochten niet meer op de gang komen wegens gevaar voor besmetting.

Paard en kar werd meegenomen toen de knecht er mee op het veld werkte, ze zouden hem
‘s avonds terugbrengen…dat kenden we…. Op 28 februari was er in de nacht veel granaatvuur, men zei dat de Amerikanen in Kaldenkerken waren en de Duitsers maakten dat ze wegkwamen.

Op 1 maart wapperde er reeds om half 7 de Nederlandse vlag op het gemeentehuis van Tegelen en de nog vluchtende Duitsers worden geïnterneerd.

V R I J …….V R I J ……. Heerlijk, wat een jubel, wat een geluk, de jonge kerels konden niet meer wachten en… waren niet voorzichtig….een werd reeds binnengebracht, op een mijn gelopen, voet af… en het bleef niet bij 1… ze wilden naar hun bevrijders….