Geboorte datum 21-01-1924
Datum overlijden 06-01-2014
Zr. Marie Antoni werd geboren op 21 januari 1924 in Castenray . Ze was de oudste in een boerengezin. Haar vader stierf toen zr.Antoni 14 jaar oud was. Moeder bleef achter met 5 nog jonge kinderen. Het was een zwaar leven voor haar, want op de boerderij was veel werk. Toch was het ook gezellig met iedereen die mee kwam helpen. Zr.Antoni hield ook van het werk en het boerenleven.
Op 15 maart 1950 besloot ze in te treden bij de Congregatie van de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid in Steyl. Ze was toen 26 jaar.
Na het noviciaat in Steyl kwam ze in 1952 in de theekeuken in het ziekenhuis in Tegelen. Na een jaartje ging ze naar Venray waar ze aan de poort werkte en bij de kinderen. Zr.Antoni kon uitstekend overweg met kinderen. Ze was rustig van aard en voelde aan wat ze nodig hadden. De kinderen waren dol op haar en ze renden voor haar als zij hun iets vroeg. Van Venray naar Sevenum aan de poort en toen naar Ottersum om daar huishoudelijk werk te doen in de refter. Daarna naar het internaat in Lierop waar ze weer werkte bij de kinderen. Een van de kinderen die daar op school gezeten heeft vertelde ons onlangs: “Ik had altijd heimwee en zr. Antoni wist mij dan zo goed te troosten. Je hoefde niks te zeggen, ze wist het als je verdriet had.” Het was een gave die haar geholpen heeft om haar leven volwaardig te maken. Ze leefde vanuit haar hart en dat hielp haar door veel moeilijkheden heen.
Zr.Antoni kwam je vroeger altijd vriendelijk en opgewekt tegemoet. Ze was vrolijk en hartelijk van aard. Ze kende de kunst om met de ander om te gaan . Je voelde je op je gemak bij haar. Na een paar overplaatsingen kwam zij in 1989 in het Annaklooster in Tegelen, waar zij in de refter was en diverse andere taken uitvoerde.Zij bleef hier tot 2004. Toen verhuisde zij naar Boxmeer.
Ze wist wat ze waard was, en waar ze goed in was. Maar je kon niet alles zomaar met haar doen. Ze kon erg vastberaden zijn als ze dat wilde. We herinneren ons het fietsen. Zr.Antoni ging graag fietsen in de omgeving, en toen ze naar Boxmeer kwam bracht ze natuurlijk haar fiets mee. Regelmatig ging ze erop uit. Toen ze vergeetachtig werd en een enkele keren de weg niet meer terug vond was dit wel een probleem voor ons. Zelf zag ze het niet zo en toen wij vonden dat ze beter niet meer kon gaan fietsen was ze erg boos en verdrietig. Het beknotte haar in haar vrijheid. Vaak heeft ze nog naar haar fiets gevraagd en gezocht.
Ze hield van zingen en kon het ook goed. Ook de laatste tijd nog zong ze mee als er een bekend oud liedje gezongen werd.