Op 3 oktober 1933 kwam Mgr. Goumans, Apostolisch Prefect van Bandung in Steyl met de vraag om zusters voor het missiewerk onder de Chinezen. Er werd een oproep gedaan in alle huizen: de zusters die graag naar de missie wilden, konden zich melden. Er kwamen over de 100 aanmeldingen binnen. De zeven uitverkorenen mochten een paar maanden naar Steyl komen om zich op de grote reis voor te bereiden. En wat tot dan toe nog niet was voorgekomen: deze zusters mochten drie dagen naar huis om afscheid van de familie te nemen.
Op 5 april vertrokken ze met de trein via Roosendaal naar Marseille waar de Dempo van de Rotterdamse Lloyd voor anker lag. Op 26 april 1934 kwamen ze behouden in Tandjong Priok aan van waaruit ze met drie auto’s naar Bandung werden gebracht. Op 1 augustus 1934 werd het schooltje geopend met 16 leerlingen.Gelukkig was toen nog het Nederlands de voertaal. De zusters hebben zich in het begin veel moeten ontzeggen: de school was een wankel gebouw, dikwijls liepen de inktpotten over van het regenwater. Maar alles ontwikkelde zich geleidelijk aan. Er werd ook een internaat geopend voor Chinese meisjes en later kwam er nog een afdeling bij voor schoolgaande jongens.
In 1938 begonnen 8 zusters in Semarang met de opvang van straatkinderen. De toeloop van weeskinderen was zeer groot. Er moesten scholen komen.
Veel problemen waren erna de oorlog omdat de Nederlandse zusters de Indonesische bevoegdheid niet bezaten. 10 April 1943 werd een Chinees noviciaat opgericht in Kudus. Er waren toen 2 postulanten. Maar er zat groei in: januari 1954 waren reeds 20 zusters geprofest. In 1951 werd een nieuwe filiale geopend in Jakarta in de Chinese wijk. Ook hier was het onderwijs een belangrijke factor.
In 1958 werd er in Temanggung begonnen met een weeshuis. Sociaal werk werd gestart in Tasik en Delanggu en in Klaten een retraitehuis
NU
Nog steeds is het onderwijs een belangrijke factor in Indonesië.
Het is het eerste wat de zusters oppakken nu zij zelf “missieposten” openen in Kalimantan en op Timor.
Maar daarnaast heeft hun activiteitenplan grote ontwikkelingen doorgemaakt.
De zusters werken op verschillende terreinen, ze zetten zich in voor de randgroepen in verpleging en maatschappelijk werk. Zo horen we over
- het project “Moeder en kind”: een tehuis waar alleenstaande moeders opgevangen worden.
- een project dat wil opkomen voor de rechten van arbeiders, die zich niet mogen organiseren, geen bijeenkomsten mogen beleggen. Zusters doen mee aan ” Active nonviolent”.
- activiteiten ter ondersteuning van mensen die een advocaat nodig hebben en die niet kunnen betalen.
- Het vertrouwd maken en werken met micro-krediet.