Eerste Graaf van Loonstraat 6a – 5921 JC – BLERICK

 

Toen Zr. Anna Theresia werd afgekeurd voor het werk, vroeg de overste haar wat ze zou willen doen met haar tijd. ” Dus had ik bedacht dat het goed zou zijn als iemand de oude zusters in Steyl zou bezig houden met allerlei kleine activiteiten tijdens de recreatie. Dit zag ik mezelf doen en dus begon ik met het maken van allerlei dingen van waardeloos materiaal, want het mocht niks kosten. Zo vroeg ik aan de zuster van de wasserij of ze oude wasknijpers had die ze kon missen en mijn zus, die een sigarenwinkel had, vroeg ik om oude kistjes. We plakten de knijpers op de kistjes, maar nu moest de binnenkant nog beplakt worden.
Zr.Blandini had nog vilt over en dat mochten we gebruiken. Later maakten we luciferdoosjes met email versierd, en toen kwam het macramé in. Van oude lampen maakten we hiermee nieuwe lampen.
Zo zaten we dagelijks te knutselen dan eens met die zuster en dan weer met een ander. Toen kwam de vraag of ik ook iets wilde gaan doen met de zusters van de groep van Zr.Louisie. Ook deze zusters hadden behoefte aan afleiding, een bezigheid. Maar er moest een ruimte gezocht worden. Tenslotte kwamen we terecht in het oude kippenhok in de tuin. Zo zijn we ermee gestart. Het gaf mij veel voldoening om te kunnen helpen. Het was voor mijzelf een goede tijdsinvulling, en het deed mij plezier als ik er kon zijn voor de oude zusters die helemaal afhankelijk waren, soms aan het dementeren waren. Deze mensen waren vroeger ofwel in bed ofwel op hun kamer, of zaten wat voor zich uit te staren in de huiskamer.
Ze genoten zichtbaar van de bezigheid maar ook van de gedachte dat ze nog wat konden doen. De gemaakte spullen werden verkocht en de opbrengst hiervan was voor de missie. Het deed menige zuster goed daarvoor bezig te zijn.
Mijn enthousiasme en ideeën deden mezelf ook vaak mijn lichamelijke klachten vergeten. Zo sneed het mes aan twee kanten.
Ik kan met veel plezier terug denken aan die tijd. Het was erg leuk. Soms waren er zusters die niet eens wilden gaan rusten na de middag die graag door wilden werken. Die moesten dan toch eerst wat gaan rusten. Als je iets nieuws begint dan is er ook altijd wel van de ene of andere kant kritiek, maar daar kon ik boven staan. Er was ook veel steun. Zr.Blandini en Zr.Hildelitha hebben mij vaak geholpen en gesteund. Zij zagen het nut van de bezigheid, en activiteit voor de zusters.Op een dag kwam het provinciale bestuur voor de visitatie bij mij omdat ze ook wilden horen hoe de activiteiten van de zusters geregeld waren. Een dementerende zuster die ook altijd meedeed kwam toevallig binnen tijdens dit gesprek. Ze sloeg een arm om me heen en zei tegen het bestuur:” Als je aan haar komt dan kom je aan mij” Dat vond ik zo lief en zo hartelijk.
Op een dag kwam Zr.Cornelia me vragen of ik een blindenbibliotheek kon opzetten in Steyl. Zusters konden via een lijst, die ik voor elke zuster moest samenstellen, boeken bestellen bij de blindenbibliotheek in Nijmegen. Deze boeken kon men dan afluisteren met een cassetterecorder. Voor mensen die slecht konden zien was dit een mooie tijdsbesteding en er werd veel gebruik van gemaakt. In het begin werden de boeken wel bezorgd maar moesten we de geluisterde boeken, die weer terug konden, zelf naar het postkantoor brengen. Een taak die ik vaak op mij nam”.