Binnen onze religieuze gemeenschap is het gebruikelijk dat om de 5 of 6 jaar een kapittel plaats vindt. Het kapittel bestaat uit een aantal zusters die door eigen zusters gekozen worden. Het is daarmee het hoogst besluitvormende orgaan binnen onze religieuze gemeenschap. De daar genomen besluiten zijn een handreiking voor het bestuursteam in de komende periode. Tijdens zo’n bijeenkomst wordt een terugblik geworpen op de voorbije periode, wordt de situatie van dat moment bekeken met tevens een vooruitzien naar wat de toekomst zou kunnen brengen. Veranderingen en nieuwe inzichten worden besproken en krijgen de komende jaren extra aandacht in het beleid, de vormingsdagen en de persoonlijke bezinning. Voor zo’n bijeenkomst is het onze gewoonte een thema vast te stellen waaronder het hele gebeuren geplaatst wordt, vaak ook relaterend aan het thema van het generaal kapittel. Vanaf 1981hadden we de volgende thema’s met een daarbij passend logo:
Onze gemeenschap in dienst van onze zending 1981-1987
Als zusters van de Goddelijke voorzienigheid weten we ons geroepen door Christus en Zijn evangeisch ideaal. Als individu of als groep worden we gezonden door de provincie en de eigen gemeenschap om in onderlinge verbondenheid de zending in de kerk en wereld te beleven.
In navolging van Christus – in gebed, leven en werken – voelen we ons dan ook verantwoordelijk, voor het persoonlijk geluk van de leden van de gemeenschap en vandaar uit voor de zending ten opzichte van de naasten. Zo willen we de Blijde Boodschap van het Evangelie verkondigen aan ieder, waarmee we in aanraking komen.right.
In vertrouwen verder 1987-1993 (Constitutie nr.1)
De spiritualiteit van vertrouwen, die ons als zusters van de Goddelijke Voorzienigheid eigen is, willen we in onze tijd verdiepen, vorm geven en inoefenen en, en wel op drievoudig niveau:
– Als persoon, geroepen tot vrijheid,willen we leven vanuit de goddelijke bron in onszelf, de Schrift en de traditie en elkaar motiveren tot een verantwoord zelfvertrouwen.
– Als gemeenschap met een zending zoeken we aansluiting bij gezonde bevrijdingsbewegingen en willen onze bijdragen leveren tot onderlinge inspiratie en oriëntatie van hoop en toekomst.
– Als Nederlandse provincie willen we de begeleiding van verouderingsprocessen intensiveren en een oproep doen naar de jongeren onder ons om op hun eigen wijze gestalte te geven aan onze zending.
Kies dan het leven 1993-1999
“Kies dan het leven, dan zult gij het leven bezitten” (Deut. 30,19)
Hiermee willen we zeggen dat wij ons moeten bezinnen op de toekomst; op wat anders en beter zou kunnen om te komen tot een gemeenschap waar het goed is om te leven.
Als Vaticanum II ons oproept met een eigen verantwoordelijkheid in het leven te staan dan houdt dat in dat we ons niet moeten laten blokkeren door vaste regels en wetten en ook niet door normen die door onszelf of anderen gesteld zijn die aan anderen op te dringen. Onze aandacht zal gericht moeten zijn op de bevrijdende werking van de Geest en op de mogelijkheden die krachten vrij maken. Dat wil zeggen aandacht hebben voor openheid en dialoog, voor samenwerking, voor de tekenen van de tijd en de spiritualiteit van vertrouwen. Het partnerschap krijgt een centrale plaats. Iedereen draagt op haar eigen plaats mede verantwoordelijkheid voor het geheel van de Nederlandse provincie en de haar toevertrouwde zending..
Zie ik maak alles nieuw 1999-2005 (Openbaring 21, 5)
Om het leven als religieuze dieper wortel te laten schieten, is vernieuwing het sleutelwoord. Wat onveranderd blijft, sterft af. Het is God zelf die daarin de grootste rol speelt: Zie “IK” maak alles nieuw. Zie “IK” doe het. Zonder Hem kunnen we niets. God is het zelf die ons uitnodigt om onder Zijn leiding en door de medewerking van de H. Geest aan het verlossingswerk van Jezus deel te nemen. Willen we het religieuze leven een nieuw gezicht geven dan moeten we, kijkend naar de toekomst, ons afvragen wat zou anders en beter kunnen, om te komen tot een gemeenschap waar het goed is om te leven en waarin we getuigen kunnen zijn van het Rijk Gods en zijn gerechtigheid. De nadruk wordt gelegd op het omvormen van het piramidemodel tot een kringmodel : het delen van verantwoordelijkheden, waar ieder talent en persoon tot zijn recht kan komen.
De rijkdom van de pluriformiteit 2005-2009
“Heb moed, wees niet bang… (Jes.35,5)
Als Nederlandse provincie kiezen we er voor onze aandacht vooral te richten op het positief gericht staan op de onderlinge verschillen. We zijn vaak gefixeerd op het zoeken naar overeenkomsten terwijl de rijkdom ligt in de grote verscheidenheid van persoonlijke gaven en talenten. De diepte en de kracht van dit kapittelthema zien we als een mogelijkheid om, vanuit een aandachtige en warmhartige levenshouding in onze omgang met elkaar en in gemeenschappelijke verbondenheid met allen die we ontmoeten, concreet gestalte te geven.
We willen oog hebben voor de rijkdom die het leven in zich draagt. Beseffend dat er nog veel mensonwaardige situaties zijn die roepen om bevrijding, willen we gaven en goederen delen.
Veel aandacht werd geschonken aan: pluriformiteit, horizonvernieuwing en het kringmodel, waarbij we samen op weg gaan als gelijken, participatief.
Leven in Gods tent: – gastvrij- creatief- bevrijdend 2009 -2014
Een tent is een primitieve verblijfplaats, maar die biedt wel beschutting tegen warmte en kou. Voor pelgrims, mensen onderweg, is de tent hun huis; dat ze met zich meenemen. Het is ook een gastvrije en open ruimte waar iedereen welkom is en waar we de Drie-ene God in ons midden weten, denken we aan het bezoek van Abraham in zijn tent. (Genesis 18)
Gods belofte is het om met Hem de weg van recht en gerechtigheid te bewandelen, in het vertrouwen dat het onmogelijke toch mogelijk kan worden en dat we, oud zijnde, mogen genieten van Gods liefde. We willen met Hem in ons midden werken aan een bevrijdende boodschap en verder trekken naar iets nieuws, op weg naar de toekomst.
Geïnspireerd door Gods Voorzienigheid vertrouwvol en dankbaar samen onderweg 2014 – 2017
Wij, Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid, laten ons vooral leiden door de gedachte van Gods omzien naar mensen; Zijn zorg, Zijn nabijheid, Zijn mee op weg gaan met Zijn volk. Ook wij hebben die opdracht van dit omzien naar elkaar, naar de mens die we ontmoeten, de arme, de verdrukte, de eenzame, de ongeziene. Ook nu we ouder worden en het accent van ‘doen’ naar ‘zijn’ is verschoven blijven we kijken waar die opdracht op onze weg komt en aan wie we die waar moeten maken. De wereld, de mensen hebben ons nodig, onze liefde, onze profetische moed, onze solidariteit, onze hoop en vreugde, onze inzet voor een waardig leven. In de radicale navolging van Jezus geven we Gods Voorzienigheid een gezicht.