Eerste Graaf van Loonstraat 6a – 5921 JC – BLERICK

Indonesische aartsbisschop en nationale held overleed in Steyl 1963

 

Soegija Karyosumadarma werd op 25 november 1896 in Soerakarta op Midden-Java geboren. Het gezin had het niet breed. Na een verhuizing naar  Jogjakarta kwam hij via de lagere school op de HIS (Hollands-Inlandse School) met als voertaal Nederlands. Hij was een goede leerling en de pater Jezuïet Frans van Lith vroeg of hij naar het Xaverius College wilde komen, een kweekschool voor Javaanse onderwijzers van de Jezuïeten in Muntilan. Toen hij binnenstapte waren zijn eerste woorden: “Ik kom hier wel wonen, maar ik wil geen katholiek worden”. Toch werd hij geraakt door het katholieke geloof. Enkele jaren later, op 24 september 1910, werd hij gedoopt en in de kerstnacht deed hij zijn eerste H. Communie. Bij de doop kreeg hij de doopnaam Albertus. Hij slaagde op het college in 1914 en bleef er nog een jaar voor een lerarenopleiding. Hij voelde zich echter geroepen tot het priesterschap en vervolgens verbleef hij drie jaar aan het seminarie van de Jezuïeten in Muntilan op Java.

Vervolgopleiding in Nederland
Binnen het geloofsleven ontpopte hij zich vanaf 1919 als een manusje-van-alles. Eerst vertrok hij naar Nederland voor zijn verdere opleiding. In 1920 startte hij met zijn noviciaat bij de Jezuïeten in Mariëndaal in Grave (Gymnasium van de Kruisheren) gedurende twee jaar. In 1922 deed hij zijn geloften en volgde hij het junioraat (vervolgopleiding) in Mariëndaal in Velp bij Grave en in 1923 ging hij drie jaar filosofie studeren in Oudenbosch.
Hierna ging hij terug naar Muntilan op Java waar hij in1926 als leraar aan de slag ging. Hij werd mentor van 120 kweekschoolstudenten en hij onderwees Javaans, wiskunde en godsdienst. Hij werd ook redacteur van “Swara Tama”, een katholiek Javaans tijdschrift.
In 1928 kwam hij weer naar Nederland, nu naar Maastricht, voor de studie Theologie.
Op 3 december1929 ging hij samen met vier andere Jezuïeten van Aziatische afkomst samen met de generaal-overste van de Jezuïeten in het Vaticaan op audiëntie bij Paus Pius IX.
Op 15 augustus1931 werd hij in de kerk van de Jezuïeten tot priester gewijd door de toenmalige bisschop van Roermond, Laurentius Schrijnen. Na de wijding voegde hij Pranata toe aan zijn naam Soegija en werd hij dus Albertus Soegijapranata genoemd. Prana betekent geestelijke energie, innerlijke kracht. Hij rondde zijn opleiding in 1933 af in Drongen België. Hij schrijft daar ook een autobiografie.

Van hulppastor tot aartsbisschop
Op 28 juli 1933 vertrok hij vanuit Rotterdam naar Indië waar hij in augustus 1933 in Tandjoeng Priok arriveerde. Hij vestigde zich in een parochie in Jogjakarta. Eerst werd hij hulppastor in de kerk Bintaran in Djokja. Later werd zijn gebied uitgebreid In 1938 werd hij consultant van de Jezuïeten op Java.
Op 1 augustus volgde zijn benoeming tot bisschop. Hij werd Apostolisch Vicaris van Semarang.
Op 6 november 1940 werd hij aldaar tot bisschop gewijd. Hij was de eerste bisschop in Indonesië die uit Indonesië-Java afkomstig was.

Tijdens de Japanse bezetting kon hij als inheemse bisschop  met zijn collega’s doorwerken. Tijdens de onafhankelijkheidstrijd van Indonesië stond hij volledig achter Soekarno en sprak zich uit tegen het geweld van de Nederlanders. Hij bemiddelde bij een conflict tussen Japanners en Indonesische jongeren. Ook was hij tegen een nieuw koloniaal bestuur en verhuisde daarom in 1946 naar Djokja, zodat hij dicht bij de leiders van de Indonesische vrijheidsstrijd kon zijn. Hij had met hen goede contacten. Hij zei vaker:”Ik ben 100% katholiek en 100% Indonesiër”. Ook later bij het conflict om Nieuw-Guinea wilde hij een oorlog tussen Indonesië en Nederland voorkomen. In december 1949 werd hij benoemd tot hoofdaalmoezenier van het Indonesische leger tot begin zestiger jaren.
In juni 1950 bracht hij zijn eerste officiële bezoek aan de paus waarna hij ook nog naar Nederland doorreisde.
In 1961 gaf het Vaticaan Indonesië een eigen bisschoppelijke hiërarchie. Er zijn dan 6 aartsbisdommen en 19 bisdommen. Er werden door het Vaticaan in1961 drie Indonesische aartsbisschoppen benoemd. Op drie plekken zaten nog van oorsprong Nederlandse aartsbisschoppen.


Pausverkiezing
Ten tijde van zijn benoeming in 1961 was Soegijapranata in Europa in het kader van het Tweede Vaticaans Concilie. Hij was als Aziatische geestelijke  betrokken bij de organisatie van dit Concilie. Eind jaren vijftig kreeg hij last van zijn gezondheid. Hij kreeg in die jaren tweemaal een hartaanval. Begin 1963 werd hij opgenomen in het Elisabeth Candi ziekenhuis in Semarang en kreeg hij het advies om het rustig aan te doen. In mei 1963 vertrekt hij per boot vanwege zij hartklachten naar Europa om deel te nemen aan de pausverkiezing. Na enige rust  in Rome volgde hij er het Concilie en nam deel aan de pauskeuze van Paus Paulus VI die Paus Johannes XXIII opvolgde.

 

Verzorging in Steyl
In de zomer van 1963 verbleef hij in het Canisius ziekenhuis in Nijmegen voor onderzoek en observatie. Na een week kwam hij op 5 juli naar Steyl bij de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid, om zoals zijn secretaris Dr. J. Harsasusanta het uitdrukte,” in een rustig klooster eens echt goed uit te rusten”. Omdat hij in Indonesië  vaak contact had  met de vestigingen van de orde op Java had hij daarom voor deze orde gekozen. Hij kwam dus met zijn secretaris naar het Moederhuis van de zusters in Steyl.
De vroegere ziekenafdeling “Sint Anna” werd voor deze hoge gasten ingericht en geheel tot hun beschikking gesteld. Zuster Concordia kreeg de zorg voor deze afdeling toebedeeld. De Mgr. was wel veel bezig met zijn papieren want hij hoopte ook de 2e zitting van het Concilie te kunnen meemaken.
Na het bijwonen van een reünie in Uden waar hij ook nog een toespraak hield in de aula van de Kruisheren voor zijn oud-studiegenoten werd de Mgr. in de nacht van 20 juli plotseling wakker en voelde hij zich erg moe. ‘s Morgens in alle vroegte werd dokter Hillebrand ontboden, die de Mgr. een injectie gaf.

Dr. Hillebrand was internist en geneesheer-directeur van het ziekenhuis in Tegelen dat onder leiding stond van de zusters. Na de injectie voelde de Mgr. zich veel beter. Op maandag 22 juli, om 20.20 uur liet hij zich plotseling in de handen van zijn secretaris vallen. Met hulp van een andere Indonesische priester die aanwezig was, werd hij in bed gelegd en diende men hem het H. Oliesel toe. Gedurende de bediening gaf de Mgr. de geest.

Overlijden in Steyl
Hij werd opgebaard in de gang bij de kapel van het klooster waar nog enkele foto’s werden gemaakt die naar zijn familie en president Soekarno werden gestuurd. De foto’s verschenen ook in diverse kranten. Van hieruit werd hij overgebracht naar een der rouwkamers van het ziekenhuis van de zusters in Tegelen, waar velen hem de laatste hulde kwamen brengen. Het is een komen en gaan van vooraanstaande geestelijke en wereldse leiders. Op 24 juli 1963 verschijnt er een rouwadvertentie in de Volkskrant namens het Aartsbisdom Semarang.

Nationale held in Indonesië
Op wens van zijn familie en de president  werd hij in Indonesië begraven. Al op 26 juli 1963 verklaart president Soekarno  Mgr. Soegijapranata tot een nationale held (Presidentieel Besluit No.152/1963). Hij was een “Pahlawan Indonesia, Putera Negara. Indonesische held, zoon van de Staat”. Hij moet zo snel mogelijk overgebracht worden naar Indonesië om daar op een van de Indonesische erevelden, in Indonesische bodem, begraven te worden.

Op vrijdag 26 juli 1963 werd zijn lichaam overgebracht naar Schiphol waar hij werd opgebaard in de rouwkapel op Schiphol die als “Chapelle Ardente” ingericht. Dat is een ruimte waar voorname personen kunnen worden opgebaard.

Om 20.30 uur werd door de bisschop van Haarlem, Mgr. van Dodewaard, een plechtige Absoute verricht. De zaal was overvol. Ook Prof. Dr. L. Beel, vice-president van de Raad van State, was hierbij aanwezig. Zaterdagmorgen werd zijn lichaam, in alle stilte, overgebracht naar een gereedstaand KLM-vliegtuig dat daarna naar Djakarta vertrok. In zijn geboorteland zal Soegijapranata overeenkomstig de wens van Soekarno en de familie van de overledene worden bijgezet op het kerkhof voor de Indonesische helden, de “Taman Pahlawan” in Semarang.

Sjeng Ewalds – Lid van de Heemkundevereniging Tegelen.

 

Documentatie:
Archief Zusters Goddelijke Voorzienigheid Steyl, Dossier Soegijapranata, aanwezig in Sint Agatha
Tijdschrift de Paters Jezuïeten. Missienieuws Jrg.71 no.4 sept-okt 1963 Themanummer.
Dit tijdschrift is aanwezig in het dossier Soegijapranata.
Delpher krantenarchief en internet.