Samenwonen in Blerick ( artikel uit het blad van de woningstichting Antares)
Aan de 1e Graaf van Loonstraat in Blerick staat sinds 2000 een bijzonder wooncomplex. De buitenkant doet dit niet vermoeden, maar zodra je de hal bent gepasseerd, kom je in een andere wereld. Er heerst een serene rust, er staan heiligenbeelden en de wanden zijn versierd met religieuze voorstellingen. Het is de woonomgeving van tien zusters van de orde van de Goddelijke Voorzienigheid, die het appartementencomplex huren van Antares en delen met negen “leken”-huurders. Een van de bewoonsters is zuster Nicolette van der Wal (90). Zij werd in Vreeswijk geboren, trad als negentienjarige in het klooster en leidt sindsdien een leven vol bidden en werken. Zo was ze meer dan veertig jaar actief in het onderwijs en lang betrokken bij het pastorale werk.
In de loop der tijd is er voor haar veel veranderd. Op kerkelijk gebied, maar ook in haar manier van leven. Zuster Nicolette: “In het begin van mijn kloosterleven waren er geen kamers. We leefden in gemeenschappelijke ruimtes en sliepen in een zaal of met z’n tweeën op een kamertje. Een gordijn verschafte een beetje privacy. We hadden afstand genomen van het wereldse leven en leefden uiterst sober. Slechts enkele malen per jaar mocht er familie op bezoek komen en zelfs foto’s van thuis hadden we niet. Ook mochten we geen spiegels hebben. Een spiegel werkte ijdelheid in de hand en dat was iets waar we voor moesten waken. Zelfs schilderijtjes met glas hadden we niet.
Dat alles veranderde radicaal in het begin van de jaren zestig tijdens het Tweede Vaticaans Concilie. Er brak een nieuwe tijd aan, die ook gevolgen had voor onze manier van wonen. We kregen ieder een eigen kamertje wat de mogelijkheid gaf om jezelf ook eens terug te kunnen trekken. Maar stel je er niet teveel van voor. Er was slechts plaats voor een ledikant, een bureautje en een stoel. Op de kamer mocht ook lange tijd niets worden gegeten. We leefden in een gemeenschap en deden vrijwel alles gezamenlijk. Pas toen ik eind jaren tachtig met andere zusters in enkele woningen in Venlo-Zuid woonde, was er ruimte voor een zit-slaapkamer”.
De tijden zijn veranderd. Zuster Nicolette is zich daarvan bewust. Nu woont ze in Blerick in een appartement dat van alle moderne gemakken is voorzien. ’s Ochtends en ’s avonds bidden de zusters samen en eten doen ze ook gezamenlijk, maar de rest van de dag vullen ze naar eigen wens in. Tenslotte ligt hun gemiddelde leeftijd boven de tachtig. Voor het bidden is in het wooncomplex een kapel ingericht en er is een bescheiden recreatieruimte en een refter( eetzaal). De orde huurt hiervoor twee extra woningen, terwijl de kapel zich in een ruimte bevindt die ooit dienst kan gaan doen als gewone ontmoetingsruimte. Zuster Nicolette woont er graag: “Het is hier goed toeven. Als taak heb ik de zorg voor onze kapel en bereid ik de liturgische diensten voor. De kapel wordt ook gebruikt door andere bewoners en door mensen van buiten. De mix van religieuzen en leken in ons complex draagt ertoe bij dat we een ruimere blik hebben gekregen op allerlei zaken. Onze congregatie in Steyl betaalt de huur en zorgt ervoor dat we het goed hebben. Met geldzaken hoef ik me niet te bemoeien, maar ik voel me hier wel rijk.”