Zuster Cornelia Schellens en haar werk in de Wereldwinkel.
In 1994 kwam ik na 24 jaar besturen terug in de Nederlandse provincie en wel in de communiteit in Schijndel. Ik kreeg de ruimte om rond te kijken en wat te zoeken waar ik mij voor in wilde zetten. Stapje voor stapje kwamen zaken op mijn weg en kwam ik de brug over om zaken op maatschappelijk gebied aan te grijpen.
In de wereldwinkel ging ik als vrijwilligster aan de slag. Werken voor de derde wereld en het proberen om mee te helpen om op eerlijke wijze de spullen van daaruit teverkopen trok mij wel. De doelstelling was duidelijk omschreven:“Een wereldwinkel verkoopt producten uit derde wereldlanden, de makers krijgen een eerlijk loon, dat is algemeen bekend. De leuze van een wereldwinkel is nog steeds ‘Eerlijke wereldhandel is de beste vorm van ontwikkelingshulp’. Steun het wereldwinkelwerk, en daarmee duizenden boerengezinnen en ambachtslieden in de derde wereld.” Ik ontdekte al vlug dat het veel meer aandacht vroeg dan alleen even een aantal uren winkeldienst draaien. We vergaderden 1 maal in de maand, dan moesten allerlei zaken geregeld worden o.a. het invullen van het dienstrooster, het regelen van de inkopen, het bestuderen van de achtergrond van de artikelen en het goed bijhouden van het kasboek. Het volgen van de ontwikkelingen van het Wereldwinkelbeleid in Nederland was van belang evenals het bijwonen van de regionale vergaderingen, het voorbereiden van bepaalde acties ( Kerst, St. Nicolaas). en het staan met een kraam bij Festivals enz. Ik deed de ontdekking dat veel beginners, ik ook, denken als ik mij aanbied als vrijwilliger dan is het voor enkele uren winkeldienst 1 of 2 maal in de week, maar als niemand bereid is zorg te dragen voor alle andere zaken dan is het spoedig gedaan met de wereldwinkel.
Zo ging ik regelmatig naar Culemborg of Liempde voor de inkoop van Faire Trade producten. Omdat alles ook bestuurlijk geregeld moest zijn werd ik bestuurslid van de wereldwinkel. Bij mijn vertrek in 2005 zag men nog niet direct nieuwe leden voor het bestuur, zo stond ik tot eind 2011 nog gemeld als bestuurslid. Nu zijn de zaken nieuw geregeld.
Wat ik er vooral van geleerd heb is dat het werk veel aandacht, interesse en doorzettingsvermogen vraagt, vooral in tijden dat verkoop op een laag pitje staat. Je moest je blijven verdiepen over de afkomst van de spullen, de landen, de werkwijze enz. Je moest kijken wat liep en niet liep. Je leerde met allerlei soort mensen omgaan. Ik merkte dat het veel verantwoordelijkheid vroeg.