Eerste Graaf van Loonstraat 6a – 5921 JC – BLERICK

Terugblik op 33 hele mooie jaren in dienst van de Congregatie van de Goddelijke Voorzienigheid.  Deel 1: Steyl

 Inleiding:

Zr. Henrica Jans vroeg mij in een mail of ik een artikel wilde schrijven voor de website  over mijn werk bij de Congregatie .  Dat wilde ik graag doen maar hoe beschrijf je ruim 33 jaar werken in verschillende functies?  Gelukkig was er een hulpmiddel voor het schrijven van een artikel bijgesloten. Dus maar aan de slag.

Mijn naam is Christien Leunissen- Heijman en ik ben getrouwd met Cor en we hebben twee dochters die getrouwd zijn en vier kleinkinderen. Ik werkte bij de Congregatie van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid van 1982 – 2016.

Hoe heb ik de zusters leren kennen?

Het is 22 Oktober 1982, de herfstvakantie van de kinderen is bijna voorbij, als ik vanuit Steyl wordt gebeld door Annemiek, een zus van mijn buurvrouw,  met de vraag of ik evt.  bereid zou zijn om tijdelijk een nachtdienst te vervangen.

Annemiek is hoofd verzorging in Klooster Bejaardenoord St.Joseph in Steyl. Van haar zus, weet ze dat ik wel eens werk in de verzorging. Het moet vlot gaan want de nood is groot en ik kreeg een kort sollicitatiegesprek met de vraag of ik morgenavond kon beginnen.

Op 6 januari kwam Annemie Krijn, de nachtdienst die ik moest vervangen, weer werken en met een mooi boeket en een vriendelijke  brief van de directeur, Dhr. Louppen, was ik weer rustig thuis. Drie weken later belde Annemiek of ik bereid zou zijn om ook eens te vervangen overdag. De bedoeling was dat ik als oproepkracht zou functioneren, dat betekende als men mij nodig had werd ik gebeld. Ik kreeg een “nul- uren contract” Er was een vertrouwens basis en ik heb veel uren kunnen en mogen werken. En dat vond ik fijn om te doen, de sfeer in huis met de zusters en de collega’s was gezellig en goed.

Op 1 juni 1984 kwam ik in vaste dienst bij de Congregatie ,  in de functie van : “verpleegkundige met verzorgende werkzaamheden voor 20 uur per week gemiddeld”. Dit betekende dat ik de oproep uren die nodig waren er evt. ook  bij zou doen.

Er volgden nog een  groot aantal aanvullingen van mijn contract.  Ik ging van 50% in dienst naar 70% en in 1991 naar 90%.  Ik werd toen afdelingshoofd op de afdeling St. Josephzorg.

Werken in KBO St.Joseph klooster in Steyl

Toen ik voor de sollicitatie aankwam in Steyl bleek  dat het KBO St.Joseph klooster  een enorm groot klooster op de Waterloostraat in Steyl was.  Ik was wel verbaasd en dacht een kloosterbejaardenoord . Ik had er nog nooit van gehoord en wist niet zo goed wat ik mij erbij voor moest stellen. Wist niet wat ik moest verwachten en dacht religieuzen, waarschijnlijk allemaal “heilige mensen die veel bidden ”. Er waren hele lange gangen en heel veel deuren van kamers en overal waren tochtdeuren voor de veiligheid en `s nachts  klapperden ze zachtjes als je erdoor ging.  Ook waren er overal trapjes en gangetjes.  Hoe zou ik dat ooit allemaal kunnen onthouden? Zeker ook de namen van de zusters waren moeilijk te onthouden, voor iemand die nooit in een klooster werkte. Er was nog een vaste nachtdienst, Evelien, wij volgden elkaar op,  7 nachten werken , 7 nachten vrij.

Die eerste weken in de nachtdienst gingen mij goed af , iedereen was bereid mij op weg te helpen. Nooit vergeten zal ik zr.Algunda. Als de avonddienst naar huis ging dan kwam zij  vaak uit de bibliotheek om een praatje te maken. Ze vertelde mij dan hoe haar leven was gegaan in het klooster en dat ze bijna altijd bij oude zusters had gewerkt die hulpbehoevend waren. Ze toonde interesse ook in mijn leven. En dat kleine praatje stelde mij altijd gerust. Als het 6 uur ’s morgens was dan hoorde je de tochtdeuren klapperen en dan kwam ze eraan om naar oude zusters  warme koffie te brengen of met een zuster een praatje te maken. Ze vroeg altijd hoe mijn nacht was geweest en of er een zuster ziek was geworden. Ook de andere zusters in huis waren vriendelijk en geduldig met mij.

Toen de vervanging van de nachtdienst voorbij was en ik een “nul-uren contract” kreeg om te vervangen overdag was ik dan ook heel blij en al vlug voelde ik mij ook overdag echt thuis.

Toen ik in 1984 een vast contract voor 20 uur kreeg voelde dat heel goed.

Het waren fijne jaren in Steyl. We hadden een leuk team en we werkten prettig samen. Er waren 3 afdelingen , St.Jozefzorg, Providentia en Munsterplein.

Lange tijd werkte ik op afdeling Providentia en daar leerde ik de zusters dan ook goed kennen. Ik heb persoonlijk heel veel geleerd van de zusters tijdens de momenten van verzorgen. Zo vergeet ik niet dat zr.Bibiane eens tegen mij zei tijdens een bad beurt: “ je moet ook goed kunnen zijn voor jezelf anders kun je niet goed zijn voor de mensen waarvoor je zorgt.” Ik heb zelf gemerkt dat het zo ook is, het zijn vaak de kleine momenten die je je herinnert.
Op een gegeven moment werd ik gevraagd om bij de sooscommissie te komen.

Deze commissie zorgde voor activiteiten en leuke middagen. Zr.Margriet was een heel belangrijke persoon hierbij en ze had vaak leuke ideeën maar ze kon ook mooie voordrachten doen en vrolijke stukjes opvoeren. Op het programma stonden kien middagen en spelletjes doen, de jaarlijkse sinterklaasviering ,  maar ook middagen met toneelstukjes door eigen personeel want alles moest “low budget” en mocht dus niet teveel kosten Deze middagen waren druk bezocht en zeer geliefd. Ik herinner mij een middag dat wij “de wachtkamer van dr.Receveur speelden” en hoe het eraan toeging in deze “wachtkamer” op de gang van st.Jozefzorg. Het werd zo natuurgetrouw gespeeld dat ons publiek, de zusters en wij, de spelers, schaterden van het lachen en er is nog lang over nagepraat.

Bij de sinterklaasviering werd het personeel van te voren gevraagd om pakjes te maken voor de zusters en vaak kwam de goede Sint en zijn Pieterbaas op bezoek. Ik herinner mij de laatste keer in 1992 toen er 3 Sinterklazen kwamen en ik er eentje van was. Een leuke middag, maar nooit speel ik meer een man met een baard.

Het was altijd heel gezellig. Later was er ook een gelegenheidsorkest voor deze middagen  bestaande uit personeelsleden die een muziekinstrument bespeelden.

Maar de kers op de taart waren de jaarlijkse tuinfeesten. Die vroegen een grote organisatie en het liefste mooi weer zodat we inderdaad buiten konden zitten. Er werden kraampjes in de tuin op het grote grasveld gezet en  allerlei zaken waren er te doen te krijgen of te zien en er was altijd van alles te eten of drinken. De sfeer was erg gezellig en ook de zusters uit de andere huizen werden ervoor uitgenodigd. De sooscommissie loopt als een rode draad door mijn jaren in Steyl.

Ook heb ik mooie herinneringen aan gesprekjes met zusters over hun leven en de jaren dat ze werkzaam waren in hun taak. Het werk waar ze zich met hart en ziel aan hadden gewijd bleef altijd een dankbaar onderwerp van gesprek. Ze leerden mij om te begrijpen hoe het kloosterleven kon verlopen. Net als in de gewone maatschappij waren er plus en minpunten geweest. Soms ging het over hun kloosterroeping en hoe ze zover waren gekomen. Dat maakte op mij indruk want dat moet toch een magisch moment zijn geweest. Luisteren leerde ik en geen oordeel geven en het gewoon plaatsen in de tijd waarin het allemaal gebeurde. De vele vieringen in de kapel waren altijd mooi. Soms waren wij in de gelegenheid om erbij te zijn en een enkele keer mochten wij iets voorlezen.

Wat ik ook leerde waren de rituelen bij sterven en afscheid nemen. De ziekenzalving b.v. alles klaar zetten wat er nodig was. De priester die met de H. Olie kwam en de gebeden. Ik vond het allemaal mooi en plechtig gaan. De zieke werd omringd met gebed en warme zorg. De eerste keer dat ik een ziekenzalving bijwoonde viel mij op dat de zieke na de viering gefeliciteerd werd en bedankt en ik weet nog dat ik vroeg waarom?  “Het is een sacrament kreeg ik als antwoord en het geeft haar genade en kracht om haar weg te gaan. Bedanken doen wij voor alles wat ze voor ons is geweest en heeft gedaan”. Ik vond het zo mooi.

 

18 december 1990 was een belangrijke datum voor de zusters maar ook voor het personeel van Steyl. Die middag was er een bijeenkomst gepland voor de zusters én het personeel in Buitenzorg. Er waren al wel geruchten geweest over sluiting van het KBO en er waren plannen om aansluiting te zoeken bij een KBO van een andere Congregatie maar die middag

werden zusters en personeel tegelijkertijd geïnformeerd over de op handen zijnde sluiting van KBO St.Josephklooster in 1993.   Er was contact geweest met de Congregatie van de Zusters van Julie Postel in Boxmeer en beide Congregaties hadden een principe besluit genomen: “de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid zullen geleidelijk instromen in het KBO St.Anna in Boxmeer”

Deze boodschap kwam hard aan voor de zusters . In het praatpapier staat te lezen: “Het is een moeilijke weg geweest om tot het besluit te komen om Steyl op te geven . Voor bijna alle zusters is daar het begin geweest en de meeste zusters hebben gedacht  daar hun laatste levensjaren te kunnen slijten. Vele zusters voelen er zich goed thuis en weten zich goed verzorgd door hartelijke mensen, die zich volledig voor de zusters inzetten. En daar raken we aan een pijnlijk aspect. Ook voor ons personeel heeft het beëindigen van het KBO grote gevolgen”

Het was een moeilijke boodschap voor iedereen maar er was tegelijk ook troost. De zusters vonden het vreselijk voor het personeel en het personeel had verdriet voor de zusters. Die middag was de saamhorigheid groot en intens voelbaar. De komende tijd zouden wij samen opkomen voor elkaar om alles zo goed mogelijk te laten verlopen.
Deze middag heb ik persoonlijk nooit vergeten en ik nam mij voor zolang mogelijk te blijven. En dat is mij gelukt.

Afbouwen was het na deze dag. Wat betekende dat? In februari 1991  was er een

vergadering  voor het bestuur en het personeel en mevr. Ter Strake  (inspectrice van het ministerie van WVC)  De plannen voor de toekomst werden besproken en als alles goed ging met de verbouwing in Boxmeer zou in 1993 het afbouwen daadwerkelijk van start gaan. We kregen eerlijke antwoorden op onze vragen. Ook waren er gesprekken met alle personeelsleden hoe ze dachten over de toekomst, wilden ze vroegtijdig weg gaan of wilden ze evt. blijven tot aan de laatste dag?

Tijdens de verzorging had ik persoonlijk vaak gesprekken met zusters over hoe het allemaal verder zou gaan, en hoe alles zou verlopen. Sommige mensen zagen er tegenop om te moeten verhuizen andere keken ernaar uit en meldden zich om bij de eerste te zijn. Ook waren er zusters die zeiden: “de Voorzienigheid voorziet , ik wacht het wel allemaal af”

In 1992 hoorden wij dat  de zusters in 3 groepen zouden verhuizen naar Boxmeer, later bleek toch dat dit niet mogelijk was en dat er 2 groepen zouden verhuizen naar Boxmeer en een kleine groep zou in een keer verhuizen naar Huize Barbara in Schijndel. Hier waren al meer zusters van de Congregatie opgenomen. Omdat ik inmiddels afdelingshoofd was van groep St. Jozefzorg, de meest hulpbehoevende zusters, mocht ik de verhuizing van deze groep mee begeleiden.
Een tijd van inpakken en opruimen begon en dat was echt lastig  want tegelijkertijd ging de zorg verder. Er was onrust want wat ga je meenemen en wat kan niet?

Op 24 juni 1994 verhuisden de eerste groep zusters vanuit Steyl naar KBO St.Anna in Boxmeer om daar als groep Providentia,  met zr.M.Josephien als hun overste, verder te gaan en de weg te verkennen voor de  tweede groep, die in 1994 zou verhuizen. Toen de eerste groep naar Boxmeer was verhuisd was het huis in Steyl vreemd stil en elke dag ging het wel even over de zusters die nu in Boxmeer woonden.

2 Juni 1994 verhuisden de tweede groep zusters  naar Boxmeer . Deze groep zusters kreeg de naam groep st. Jozef en zr.Martine was hun overste,  die was al in april verhuisd om alles voor te bereiden .

Echt moeilijk vond ik de verhuizing van de zusters naar Huize Barbara in Schijndel. Alles inpakken , alles klaar maken de zusters informeren  die zo aan ons gehecht waren omdat ze elke dag veel verzorging en begeleiding nodig hadden. Niet iedereen van deze zusters  kon het goed begrijpen wat er ging gebeuren. Die tocht met zusters naar Schijndel zal ik niet meer vergeten. zr.Josephis ,die de 100 al gepasseerd was zat in de auto waarin ik mee reed en ze zei toen we net Tegelen uit waren: “ laten we maar terug gaan we zijn ver genoeg weg”. Helaas, voor de zuster,  was dat niet mogelijk  We werden heel hartelijk ontvangen door zr.Maria en de medezusters die alles hadden voorbereid en in Schijndel waren gaan wonen ten behoeve van de zusters in huize Barbara. De overdracht werd gedaan en na de koffie met gebak afscheid nemen en weer terug in de auto. Menigeen van ons heeft een traantje weg gepinkt op die terug weg naar Steyl.
Toen er zusters verhuisden betekende dat voor het personeel dat er mensen ontslagen

werden en in de WW kwamen anderen besloten het einde niet af te wachten of konden ineens ergens een mooie baan krijgen. Dit was natuurlijk een grote belasting voor het rooster maar we zijn er samen goed doorheen gekomen.  De sfeer in het team en met de zusters bleef altijd  goed.

Ook ik moest denken aan een andere baan en ik kon er mij niks bij voorstellen. Eigenlijk wilde ik bij religieuzen blijven werken want dat vond ik toch wel heel fijn. Ik bedacht dat er Congregaties waren die leken aannamen om hun oude zusters te begeleiden omdat de Congregaties zelf hier geen jonge zusters meer voor hadden en dat leek mij wat. Maar waar vond ik zo’n baan? Het Bestuur van de Congregatie had ons gezegd dat wij als we vragen hadden altijd een afspraak konden maken met zr. Johanni, de overste. Ik trok de stoute schoenen aan en ik maakte een afspraak.
zr. Johanni ontving mij heel vriendelijk en stelde mij op mijn gemak en ik stelde mijn vraag of zij misschien een Congregatie of Orde wist die leken in dienst namen om de oude zusters te begeleiden. Ze zei: “Christien mag ik erover nadenken want ik weet wel andere Congregaties die dat doen maar ik wil je eigenlijk zelf niet kwijt” “Misschien kunnen jullie mij dan aannemen want ik wil helemaal niet graag weg?” vroeg ik.

Het hoge woord was eruit en ik kon alleen nog maar wachten. Een week later, kwam zr.Johanni naar mij toe en zei : “kunnen we ergens even praten?” We gingen naar de huiskamer van st. Jozefzorg en daar stonden nog precies twee stoelen. zr.Johanni legde mij uit dat het moeilijk was voor de zusters van groep St.Jozef en zr.Martine in Boxmeer. De zusters van deze groep waren allemaal zorgbehoeftig en niet gewend of niet meer in staat om voor zichzelf te zorgen. zr.Martine kon eigenlijk niet naar haar eigen huis gaan omdat de zusters haar zoveel nodig hadden. Ze vroeg mij of ik er wat voor voelde om naar Boxmeer te gaan om zr.Martine te helpen met de zusters.  Ik was verbaasd en zei of ze wist hoe ver Boxmeer was van Neer?

Ja, zei ze maar je went aan de afstand denk er maar eens over na en ga eens met je man naar Boxmeer.  Dat weekend zijn mijn man en ik naar Boxmeer gereden, hebben niet de zusters bezocht maar zijn voor het huis blijven staan en hebben erover gepraat. Thuis hebben we er met onze dochters over gepraat en mijn man en dochters zeiden dat ik het moest doen als ik dat zelf wilde. Ik heb zr.Johanni  gebeld en gezegd dat ik “ja” zei tegen haar aanbod. Toen ze hoorde dat ik de baan graag wilde belde ze direct naar zr.Martine en die was heel blij dat ik haar zou komen versterken. Afspraken werden gemaakt over de functie : “coördinator in Boxmeer” Ik zou als leidinggevende functioneren naast zr.Martine en wij zouden goed samenwerken en dezelfde verantwoordelijkheid hebben. Een echte functieomschrijving moest nog gemaakt worden omdat deze functie ook voor de Congregatie helemaal nieuw was.

Ik was heel blij  met alles , ik ben een paar dagen naar Boxmeer gegaan om het werk te verkennen en te kijken wat er gebeuren moest. Het meest belangrijke en het moeilijkste was voor mij, dat ik mij niet bemoeien mocht met de verzorging.

De laatste weken in Steyl.

Toen bijna alle zusters verhuisd waren ging het definitief opruimen van start. Alles moest eruit en dat was een grote klus voor het bestuur en de zusters die er nog woonden en voor ons het personeel dat tot het laatste zou blijven. De sfeer was goed en ja ook gezellig.  Soms hebben we gelachen en we kregen van alles te doen. B.v. pieperdienst bij de receptie en ik kreeg een kistje met sleutels in de handen geduwd en moest door alle kamers van het huis kijken of er nog een sleutel ergens paste. Ik had het fototoestel bij mij en heb tegelijkertijd wat foto’s uit de ramen gemaakt.  Heel mooi en indrukwekkend was de laatste H. Mis in de kapel door rector Salemans. Het wegbrengen van het Sacrament was voor menige zuster een moeilijk moment. Maar er was ook grote dankbaarheid voor alle jaren dat Steyl een thuis was voor zoveel mensen.

En toen kwam die laatste dag dat iedereen naar buiten ging en de deur officieel gesloten werd. De periode Steyl was verleden tijd.

Op 26 augustus 1994 was het afscheid van het personeel gepland. We begonnen met een speurtocht van het st.Josephklooster naar ……???. Een boot, de Veerman.  Iedereen die de laatste tijd geholpen had en mee had afgebouwd was aanwezig. Er waren heerlijke hapjes en drankjes en heel veel “oude en sterke verhalen”. Natuurlijk hielden zr. Johanni en Annemiek een afscheidsspeech. We kregen een mooi beeldje dat heet ”Wegen die scheiden”. Maar duidelijk was wel, we gingen een nieuwe toekomst tegemoet, en ik mocht mee. Ik was heel blij dat ik nog verder mee kon gaan en dat ik geen afscheid hoefde te nemen van de zusters.

Ik was al drie weken in Boxmeer en hoe dat  verliep is te lezen in deel 2 van dit verhaal.