Maria, Elisa, Theresia, Aldegonda- kortweg META – dit kwartet beschermende hemelingen kreeg ze bij haar geboorte en doop op 9 juni 1923 mee op haar levensweg en kleine Mieke was er blij mee. Maar nog meer betekenden haar ouders, drie zussen en twee broers voor haar.
In Kessel-Eik op de linkeroever van de Maas even ten zuiden van Venlo speelden zich haar kinderjaren af. Ze vertelt: “Vader had een boerenbedrijf en zette zich in de parochie in als kerkmeester. Ook moeder had een sociale instelling. Er was een vrouw die in de winter vernikkelde van de kou. Als klein kind ging ik met moeder mee om haar een warmtekruik te brengen”.
Toen werd zij leerplichtig. “De school in Kessel was te ver voor een hummeltje als ik. Daarom ging ik naar de kostschool in Kessel. Deze werd gerund door de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid”. Op de kostschool deed ze haar Eerste Communie, heel vroom in de geest van “Jezus en ik, hij als mijn geestelijk vriendje, samen redden we het wel!’ Toen ze groter was en zelf kon fietsen, ging ze naar de school in Neer en weer later met de bus naar de Mulo Maria Regina in Blerick. Zij was erg leergierig en had er plezier in. “Maar ja hoe gaat het in het leven? Plotseling tegenslag. In 1938 overlijdt mijn moeder en als oudste van de kinderen is het mijn plicht thuis het huishouden te verzorgen”. In combinatie met het huishouden volgde ze de huishoudschool in Helden-Panningen. Daarna kwamen de donkere jaren van de oorlog. Zij maakten niet zoveel ellende mee. Toen het front van de geallieerden langs de Maas optrok, hielpen ze andere families om die tijd veilig door te komen. Ze moesten wel evacueren.