De ervaringen van zuster Henrica als leerling op de MAVO in Tegelen
Op de dag van mijn professie 11 februari 1956 ontving ik samen met 4 van de 8 zusters uit onze groep de opdracht om naar de MAVO in Tegelen te gaan.
Nog in diezelfde week gingen we te voet van Steyl naar Tegelen, een dagelijks gebeuren heen en terug. Het was winter, er lag sneeuw en het was erg koud, we hadden juist de haren kort geknipt. Onze wijde mantels wapperden in de wind en de sluier moesten we goed vasthouden. Door de grote kappen was het zicht klein geworden, zodat we meerdere keren naar rechts en links moesten kijken om veilig de weg over te kunnen steken. De wandeling geschiedde in stilte, onderwijl bad ieder voor zich de rozenkrans. Op een gegeven moment ontdekte ik dat ik daarmee wel erg vlug klaar was. Het duurde even voor ik de fout ontdekte. Ik maakte nl. de sprong van Wees gegroet Maria.. naar ..bidt voor ons zondaars.
In de klas kregen we de plaatsen in de achterste rij aangewezen. Hierdoor ontstond al snel het gezegde “Deze klas krijgt elke dag les met een religieuze achtergrond”. Het viel niet mee om midden in het jaar invallend, mee te kunnen met de andere leerlingen. De eerste resultaten van proefwerken gaven zoveel rode strepen dat een punt geven niet haalbaar was. De concurrentie met de meisjes was echter zo groot dat we snel een inhaalslag maakten en in augustus met goed gevolg naar klas 2 mochten. Voor mij betekende het dat ik in ditzelfde tempo door moest gaan. Met de kerstvakantie werd me gevraagd naar klas 3 te gaan. Met veel extra lessen lukte dat en kon ik met goed gevolg naar klas 4. Om wat meer studietijd te hebben, kreeg ik in Steyl een aparte studieruimte en ging voortaan dagelijks met de fiets naar Tegelen. Zodoende kwam ik toch, met de hakken over de sloot, door het examen. Hierdoor is niet bij alle vakken de goede basis gelegd en daar heb ik veel hinder van ondervonden in mijn verdere functies.